Columns

Jouw Cultuur is van mij

Door Klaar

Amsterdam noemt zich creatieve stad. Verplicht ze zich daarmee tot een bepaald gedrag, of is ‘creatief’ een willekeurig adjectief dat je overal aan kan toevoegen. Is een cultuur eigendom of van iedereen?

Om te begrijpen wie je bent moet je luisteren naar de ander. De podcast uit de Verenigde Staten behandelt de volgende vraag: African Americans dragen Afrikaanse kleding en sieraden. Is dat ok?

Is dat ok… Het panel beraad zich. Afrikaanse sieraden en kleding representeren iets, een cultuur. Die uitingen hebben betekenis. Ze zijn onderdeel van en onderstrepen de identiteit van een specifieke groep mensen die hun leven op een eigen manier vorm en inhoud geven.

Zomaar iets aantrekken omdat je het cool vindt en jij toch ook African bent hoewel je niet precies weet hoe het zit is daarom dwaas. Vonden desgevraagd Afrikaanse vrouwen. Je eigent je iets toe dat niet van jou is. Goede sier maken met andermans erfgoed is geen respect. Het is respectloos. Het is Cultural Appropriation.

Interessante kwestie. Kan je een cultuur sowieso opeisen als jouw eigendom? Hoe werkt dat bij ons?

Voor ons is kleding meer imago dan identiteit. Toch zijn er grenzen. Stel je voor dat je nonnenkleren aantrekt naar fitness. Grappig maar ongepast. Een habijt dragen bij een demonstratie zou zelfs discutabel zijn. Ik claim daarmee iets, wat ik niet ben. Suggereer met mijn nonnenkleren een bepaalde moraliteit om mijn eigen punt kracht bij te zetten.

Identiteit is meer alleen een cultureel dingetje. Een manier van doen heeft ook economische waarde. Bij het ontbijt eet ik yoghurt: op “Griekse wijze” staat op het etiket. Sinds 1992 kent de EU de Beschermde oorsprongsbenaming. Deze garandeert dat Griekse Yoghurt uit Griekenland komt en een bepaalde receptuur heeft. Onzin? Nee. Echte Griekse Yoghurt is inderdaad lekkerder en duurder. En het steunt de Grieken zelf, als je dat belangrijk vindt.

Ook voor andere identiteiten, namen en titels gelden regels. ‘Arts’ mag je je alleen noemen als je een diploma hebt. Misbruik wordt gestraft. Logisch. Een kwestie van algemeen belang. Je wilt geen zelfverklaarde dokter aan je bed.

Bepaalde beroepen zijn minder gereguleerd omdat de kennis die je er voor nodig hebt niet precies vastligt. De zgn. vrije beroepen als kunstenaar, adviseur. Toch gelden ook hier steeds meer afspraken. Bij aanvragen voor subsidies is voor jonge kunstenaars vereist dat ze een diploma hebben van een kunst academie. Je bent dus kunstenaar op ‘artse’ wijze: met een bepaald niveau van kennis.

Het concept identiteit krijgt voor mij meer handen en voeten.

Bij het volgende debat over ‘Amsterdam, creatieve stad’ vraag ik me ineens af.

Wat is de aanspraak die je maakt Amsterdam? Doe je dat ‘op Griekse wijze’? Volgens een bepaald recept? Of ben je ‘Grieks” van unieke herkomst en maatgevend? Ben je een professional, je weet wat creativiteit inhoudt en hoe je het toepast. Of is het een cultuur: je leeft en belichaamt bepaalde creatieve principes zonder dat je je diploma hoeft te halen.

Het geeft te denken: bezuinigingen op de kunstenbegroting, sluiten van vrijplaatsen, het verkopen van atelierruimte, Beatrice Ruf.

Goede sier maken met iets dat je noch begrijpt noch leeft, omdat het wel cool staat… Hoe heette dat ook weer? Cultural Appropriation!

—————-

Uitzonderlijk Glimlachen

Door Klaar

“En natuurlijk: Inclusiviteit! “Tijdens het congres ben ik notulist. De hele dag trekken de beste bedoelingen voorbij. De ene na de andere professional spreekt over: De Stad! Het Land! Europa! Parijs! Alles komt samen en alles deelt. Niemand en niets blijft buiten.

Het verslag van de prachtdag vordert traag. Op de radio spreekt een jonge man: Hij kon alles, blesseerde zich, kon niets. Het werd zwart. Pas nadat hij de dood in de ogen van een ander gezien had, durfde hij verder te leven. “Stel dat ik geen publieke carrière heb, geen belangrijke rugby speler wordt, stel, dat ik accepteer dat ik average, gemiddeld ben, hoe wordt ik dan uitzonderlijk?”

Zijn conclusie was dat glimlachen, vreugde brengen, geïnteresseerd zijn en dankbaar een goede equivalent waren. Hij werd uitzonderlijk binnen een ander waarden spectrum.

“En, natuurlijk: Inclusiviteit.” Het klinkt ineens anders. Hoogopgeleide ambitieuze carrièremakers zijn bovengemiddeld. Soepeltjes betreden ze een podium in afwachting van de publieke waardering die hen waarschijnlijk ten deel gaat vallen. Professionals onder professionals. Met professionele normen en woorden en waarden.

Politiek wordt ook bedreven met en rondom die professionele waarden. Professionele ethiek. Onze politici staan in een lange traditie van vertegenwoordigers. De achtergrond is de parlementaire geschiedenis. Belangrijke woorden en besluiten van uitzonderlijke mensen die het vaderland dienen. Maar, wel inclusief nu. Iedereen, ongeacht ras of sexe mag nu uitzonderlijk zijn.

Mensen die geen publieke functie hebben of ambiëren, zoals John, is politiek het een spektakel waarbij mensen doen waar ze goed in zijn. Ze doen het wellicht voor John, ze doen het niet met John. Of als John.

Wanneer we het hebben over inclusiviteit gaat het om iets anders dan de kans ons spel mee te spelen. Het vraagt om waarden delen. Luisteren. Erkennen dat ook glimlachen een uitzonderlijke prestatie kan zijn. Ik weet niet of “Parijs!” er in voorziet, het lijkt me in ieder geval een goede aanvulling. Glimlachen kan iedereen. Toch?

——————————–

Klacht of kritiek

Door Klaar

Verontwaardigd staan de beide ouderen in hun niet werkende huislift: Hij is betaald, geleverd, kapot, gemeld, gemeld, niet gemaakt.. Iedereen in de studio schudt het hoofd. Het moest niet mogen. Gelukkig komt het goed, bedankt media aandacht. Applaus.

Terwijl ik een deadline staat de gemeentelijke hoorzitting aan:. Er is belasting betaald, de huurwoning is geleverd, maar slecht, te duur, dit is gemeld, gemeld, er is niets gedaan. Men hoopt op media aandacht. Opdat de klacht gehoord, gehonoreerd en verholpen wordt.

Ik ben blij voor de verontwaardigde en nu weer blije lift bezitters. Goed voor hun! Alleen, hebben ze nu de volgende klanten van de firma behoed voor schade of frustratie? Wat was eigenlijk het probleem? Niet de reparatiedienst. Die konhet heel snel maken. Niet het product lift op zich. Ze gingen op en neer. Waarschijnlijk is het de interne communicatie niet goed. Of is het respect voor de klant niet super. Oorzaak en effect verschillen. Kritische analyse is gevraagd om daadwerkelijk dezelfde klachten te voorkomen.

Terug naar de hoorzitting. Is het ok om je als burger tegenover de overheid op te stellen als klant? Zijn we klanten van de overheid? Wat is dan het product dat we aanschaffen? In dit geval zoiets als het recht op gebruik van collectieve voorzieningen zoals sociale woningen. Collectieve voorziening. Iets voor ons allemaal. Iets gedeelds. Iets met samen. Daar zit hem de kneep. Het is groter dan het klein persoonlijk leed. Een democratie gaat altijd over gezamenlijkheid en onderlinge verantwoordelijkheden. Niemand is de unieke bezitter van iets. Alles is een afweging. Als klant mag en kan je klagen, als burger raakt jouw klacht een collectief belang. Wanneer we niet alleen het gebrek constateren maar ook analyseren wat de oorzaak is van het effect heeft onze stem kracht voor het geheel.

De klacht is van de inspreker is duidelijk. De kritiek nog niet. Kritiek is niet eenvoudig. Waarschijnlijk is alles ingewikkelder, complexer en moeizamer is dan binnen een spreektijd naar voren kan worden gebracht. Want dat toont inspreken ook aan: Er is eigenlijk als burger geen plek waar je kritiek kunt hebben. De structuur is ingericht op klachten. Dat is op zich reden voor stevige kritiek.

Daarom moeten we zelfbewust de macht in de ogen kijken en tegen spreken en positie eisen. Een beroep doen op de collectieve verantwoordelijkheid. In plaats van tevreden een pleistertje te accepteren en Applaus.

=========================